Een van de voordelen van boer zijn, is dat er regelmatig gratis cursussen worden gegeven, variërend van leren omgaan met de kettingzaag, walnoten snoeien tot … het leren herkennen van eetbare planten en het gebruik ervan in de keuken.
We zijn altijd geïntrigeerd door mensen die op zoek zijn naar lekkernijen in de velden en elk voorjaar trekken wij op wilde aspergejacht. Wilde venkel gebruiken we ook graag in de keuken en tijm groeit overal rond ons, maar ik dacht dat het handig zou zijn om die kennis uit te breiden.
Dus reisde ik een aantal jaar geleden met 25 collega-boeren naar een agriturismo in Cassine waar we meer zouden leren over eetbare planten. Het was een gezellige en leerzame dag, maar ik weet niet of ik de opgedane kennis in de praktijk durf te brengen.
Na het eerste deel van de les, waarin de juf ons allerlei planten liet zien die ze rondom haar huis had geplukt, mochten we zelf op het veld op zoek naar planten die we herkenden. We waren met zijn vieren en bij elke plant noemden we minstens 3 verschillende namen, wat natuurlijk niet veel vertrouwen geeft.
Helaas heb ik geen goed geheugen voor planten – ik heb het steeds over “die met die gele bloemen” – maar het was in ieder geval een prettige ervaring en … ook een lekkere.
Want hoe leer je over eetbare planten zonder ze op te eten? Dus na een zoektocht in de wijngaarden en een kookdemonstratie mochten we alles proeven.
Eerlijk gezegd weet ik niet precies welke planten ik heb gegeten, maar ik heb wel de lekkerste “soep” ooit gegeten. Ik schrijf soep tussen aanhalingstekens omdat het niet echt vloeibaar was, al het vocht werd opgenomen door het brood dat erin zat. Maar ik kan je verzekeren: het was heerlijk!
De lunchpauze was iets langer dan verwacht, dus de volgende diavoorstelling met planten moest wat ingekort worden, maar daar hoor je mij niet over klagen